Jeugdigen die volwassen misdaden plegen, volwassen straffen?


Jana van der Sar, 20 augustus 2021


“15-jarige verdachte steekpartij Beverwaard wordt verdacht van doodslag”, kopten verschillende nieuwssites begin deze maand. Steeds vaker worden we met dit soort situaties geconfronteerd: jongeren die elkaar te lijf gaan met een mes, moorden, zedendelicten of andere ernstige misdrijven plegen. Vaak wordt er voor deze jeugdige delinquenten een lagere straf opgelegd dan voor een volwassene die hetzelfde gedaan heeft. Maar waarom eigenlijk? Waar kijken rechters en justitie naar als ze een straf opleggen? En is dat wel eerlijk? Of zouden rechters de leeftijd van de dader naast zich neer moeten leggen en alleen naar het misdrijf moeten kijken? In deze blog leest u hoe jeugdige daders – tussen de 12 en 18 jaar – bestraft worden, wat de maximale straf voor een jeugdige is, of die straf hoger kan worden en wat er wordt meegenomen als de straf voor een jeugdige delinquent bepaald wordt.


In het Wetboek van Strafrecht (artikel 77a) staat dat jongeren tussen de 12 en 18 jaar gestraft worden volgens het jeugdstrafrecht. Voor jongeren die een misdrijf hebben gepleegd gelden dus andere regels dan voor volwassenen. Vaak betekent dat een lagere straf. Jongeren van 14 of 15 jaar kunnen maximaal 1 jaar gevangenisstraf krijgen, en voor 16- of 17-jarigen geldt een maximale gevangenisstraf van 2 jaar. Dit is wel wat anders dan de 30 jaar tot levenslange gevangenisstraf voor volwassen. Zeker wanneer je bedenkt dat sommige jongeren dezelfde misdrijven kunnen plegen als volwassenen. Waarom is dat zo? En kunnen ze echt niet hoger gestraft worden als dat duidelijk terecht is?


De wetgever (dat zijn de regering en de Eerste en Tweede Kamer) heeft het jeugdstrafrecht ingevoerd met het oog op de ontwikkeling en heropvoeding van jongeren die een misdrijf hebben gepleegd. Het idee hierachter is dat jongeren nog in ontwikkeling zijn, en daardoor kwetsbaarder. Omdat sommige hersenfuncties nog niet goed ontwikkeld zijn kunnen ze minder verantwoordelijk worden gehouden voor hun gedrag dan volwassenen. De straffen voor jeugdige delinquenten zijn dan ook gericht op het geven van een tweede kans, heropvoeding en het voorkomen dat de jongere opnieuw de fout in gaat. Het doel is dat jongeren die een misdrijf gepleegd hebben hun gedrag veranderen en uiteindelijk weer gewoon kunnen meedoen in de samenleving. Echter zal herintegratie in de samenleving niet snel worden bereikt als jongeren 30 jaar in de gevangenis worden vastgezet. Dit is de reden dat lagere straffen in het jeugdstrafrecht gerechtvaardigd zijn volgens de wetgever.


In plaats van een gevangenisstraf of naast een gevangenisstraf kunnen jeugdige delinquenten ook een zogenoemdePIJ-maatregelkrijgen, een soort jeugd-terbeschikkingstelling. PIJ staat voor Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Dit gebeurt bij jongeren met een ontwikkelingsstoornis of psychische aandoening. Deze jongeren zijn daardoor eigenlijk nog kwetsbaarder dan ‘gewone’ jongeren. In een justitiële inrichting krijgen ze — vaak bovenop een gevangenisstraf — intensieve behandeling en begeleiding om herhaling van het misdrijf te voorkomen. Ook dit is dus vooral gericht op de heropvoeding en reïntegratie van de jeugdige delinquent. Een dergelijke PIJ-maatregel kan maximaal 7 jaren duren. Dan is de lage straf toch niet meer zo laag…


In het ergste geval kunnen 16- en 17-jarige daders zelfs gestraft worden volgens het volwassenstrafrecht. In de wet staat dat dat mag als de rechter het nodig vindt op basis van “de ernst van het begane feit, de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan” (Wetboek van Strafrecht, Artikel 77b). Dat betekent dus dat er voor jongeren van 16 en 17 jaar volwassen straffen opgelegd kunnen worden als het misdrijf heel ernstig is of als de jongen of het meisje een heel volwassen indruk maakt. Dit gebeurt in de praktijk echter weinig. Rechters vinden namelijk vaak het pedagogische perspectief — dat van ontwikkeling en heropvoeding — van het jeugdstrafrecht heel belangrijk.


Gevangenisstraffen in het jeugdstrafrecht zijn dus veel lager zijn dan die in het volwassenstrafrecht. Dit heeft echter een doel. Door een kortere straf krijgen jonge daders de kans om te reïntegreren in de samenleving. Naast de lage gevangenisstraf kunnen jongeren nog een PIJ-maatregel van maximaal 7 jaar krijgen. De jeugdige krijgt zo de kans om aan zichzelf te werken en zijn verleden goed te maken. Daarnaast kan, als het gepleegde delict écht ernstig is, zelfs het volwassenstrafrecht toegepast worden op jongeren van 16 en 17 jaar, waardoor de gevangenisstraf alsnog verhoogd kan worden. Op de verdachte van de steekpartij in Beverwaard kan dit niet toegepast worden: hij was nog maar 15, en krijgt dus waarschijnlijk een gevangenisstraf van maximaal 1 jaar. Dit voelt misschien oneerlijk: de jongen heeft toch iemand gedood. Maar is het niet ook mooi dat justitie onze kinderen wil beschermen en ze de mogelijkheid wil geven terug te keren in de samenleving?